Nu Terra wat ouder wordt, peinst ze over de vergankelijkheid van alles. Ze zet gebeurtenissen in het perspectief van haar ervaringen en denkt iets over soep, temperatuur en eten. Ze vindt troost in de wetenschap dat alles op atomair niveau geen tijdsrichting heeft en dat alles wat zij waar kan nemen gewoon dezelfde kant opgaat. De mensen rond haar heen maken zich druk terwijl zij op haar vertrouwde bank mediteert over de 2e wet van de thermodynamica. Ze heeft een theorie dat alles eigenlijk hetzelfde blijft, maar dat we het anders waarnemen: “Ook dit gaat voorbij en zelfs dát.”