De mooiste foto’s zijn de foto’s die je nooit genomen hebt. Het zijn de momenten die je gewoon meemaakt in je leven die geweldig, superstom, vreselijk triest of op een andere manier waard zijn om te bewaren, maar je had geen toestel bij je of erger nog, je hebt er geen foto van genomen want “wie wil dáár nou een foto van?” Direct daarna komen de foto’s die je wél hebt genomen, maar die je door een domme fout bent verloren. Ik denk direct aan de foto’s van Robert Capa van de eerste aanvalsgolf op  het Normandische strand waarbij de zenuwachtige laborant de emulsie van de film had verpest door er te veel hitte op te zetten bij het drogen, waarbij van de 106 foto’s en maar 8 overbleven. Die 98 foto’s waren de beste foto’s van een van de belangrijkste momenten van de recente geschiedenis. Op een microschaal heb ik gisteren ook zo’n actie gehad. Ik was mijn instellingen van mijn Fuji X100V aan het herzien en terwijl ik door de menu’s aan het bladeren was kwam ik langs de format-optie en in een soort routinereflex maak ik het riedeltje af “are you sure?” Yep! Zo’n 50 mooiste foto’s zwupp! Weg. Nou nog net zo’n killerstory er rond omheen creëren net als Capa en klaar ben je. Dat is het materiaal waar legende’s door geboren worden. Tja…

De bijgaande foto ben ik een tijdje kwijt geweest doordat mijn archief niet optimaal is ingericht. Dat geldt toch ook een beetje in het legendarische, toch?