De afgelopen dagen ben ik bezig om onze VHS collectie te Mari Kondo-en: “If it does not spark joy… digitize it” We waren met broers en zussendag bij Anneke en Theo en Theo was hiermee een tijdje terug bezig geweest en liet wat uit het archief zien. Ik bedacht me geen seconde en heb een video grabber gekocht voor bijna niets. Natuurlijk niet gekeken naar de specs dus bij aankomst was dat ding helemaal niet geschikt voor de hypermoderne macbook shizzle waar ik mijn videoos normaal gesproken mee edit. Gelukkig heb ik een tijdje terug een tweedehands Windows tablet gekocht om websites mee te testen voordat ze live gaan, dus niets kon een fijne videosessie nog in de weg staan.

Geen idee dat dit zoveel kon losmaken en helen, maar dat is wellicht voor een andere keer als ik er meer over nagedacht heb. Ik vind het vreemd dat ik er moeite mee heb om de tapes weg te gooien. Het is nét of ze dan voor eeuwig verloren gaan. Het grote verschil tussen nu en vroeger is dat al dit soort herinneringen niet meer echt fysiek en tastbaar aanwezig zijn, maar soort van opgenomen zijn in een massa met andere digitale herinneringen en het lijkt of ze daardoor minder waard zijn. Rationeel is het verstandig om ze, beschermd tegen de aftakeling van dat slechte analoge medium, voor eeuwig op te bergen zodat generaties na ons er nog net zo naar kunnen kijken als wij dat nu nog doen (compleet met blauwe schermen, rare VHS banding en kleuren die alle kanten opspringen). Het wordt er niet slechter van. Toch lijkt het minder waard. Het voelt alsof we het op één grote hoop gooien met alle andere rommel die we tegenwoordig digitaal bewaren. Alsof het voor eeuwig verloren gaat in de massa. Tóch pleur ik ze weg want anders komen we uiteindelijk om in de rotzooi. Al die banden komen netjes op één schijf te staan. Toch iets fysieks! We zijn gered.